Voor alle afstudeerrichtingen
1. hebben een gevorderde kennis van en inzicht in het functioneren van levende organismen en de genetische, cellulaire, biochemische en moleculair-biologische processen.
2. hebben een gevorderde kennis van en inzicht in proteïnechemie (functie en structuur), protein engineering en regulatiemechanismen van genen en proteïnen.
3. beschikken over vaardigheden op een gevorderd niveau met betrekking tot proteïnechemie (functie en structuur), protein engineering en regulatiemechanismen van genen en proteïnen.
4. hebben een gevorderde kennis van en inzicht in één of meerdere van de toepassingsvelden van de moleculaire/medische/industriële microbiologie en biotechnologie.
5. hebben basiskennis van bedrijfseconomische aspecten van de biotechnologie, intellectuele eigendomsrechten en bioveiligheidsreglementering en kunnen deze kennis toepassen.
6. hebben basiskennis van en inzicht in (meta)genomica, transcriptomica, proteomica, metabolomica en bioinformatica, en kunnen deze aanwenden om zelfstandig biologische informatie op te vragen, te analyseren en te interpreteren.
7. hebben kennis van en inzicht in de meest geavanceerde technieken en resultaten van de biotechnologie. De afgestudeerden kunnen deze technieken en resultaten toepassen in het onderzoek, de industrie, het milieu, de landbouw en de medische wereld.
8. kunnen processen op een duurzame wijze ontwerpen, analyseren en optimaliseren door hun brede kennis van downstream processing, biochemische ingenieurstechniek, en modelleren.
9. kunnen kritisch, innovatief en vakoverschrijdend denken over wetenschappelijke/technologische materie.
10. kunnen probleemoplossend denken en werken: methoden selecteren, aanpassen, ontwikkelen en toepassen;zelfstandig nieuwe informatie opzoeken, kritisch benaderen en hieruit bruikbare gegevens destilleren;nauwkeurig werken; resultaten kritisch toetsen, verwerken en hieruit nieuwe onderzoeksvragen extraheren.
11. kunnen zelfstandig projectmatig werken: ze kunnen doelstellingen formuleren, een plan van aanpak uitwerken, rekening houden met randvoorwaarden, keuzes maken en verantwoorden, resultaatsgericht werken, verantwoordelijkheid nemen, leiding geven en werken in een team.
12. kennen de maatschappelijke en ethische impact van biotechnologie en kunnen hieraan gerelateerde keuzes beargumenteren.
13.kunnen op een gevorderd niveau schriftelijk en mondeling communiceren over informatie, ideeën, problemen en resultaten binnen het vakgebied.
14. hebben affiniteit met een toponderzoekscultuur en de hieraan gekoppelde methodologie en praktische vaardigheden in (bio)technologie door practica in onderzoekslabo’s, werken met gesofisticeerde onderzoeksapparatuur, geïntegreerd in lopende projecten (o.a. VIB).
15. hebben praktijkervaring opgedaan door middel van een bedrijfsstage.
Afstudeerrichting Moleculaire Biotechnologie
De afgestudeerde masterstudenten in de afstudeerrichting Moleculaire Biotechnologie:
1. hebben gevorderde kennis van en inzicht in cellulaire biotechnologie, plantenbiotechnologie en moleculaire microbiologie.
2. hebben gevorderde kennis van en inzicht in combinatoriële (bio-)chemische technieken.
3.beschikken over vaardigheden op een gevorderd niveau in de plantenbiotechnologie en moleculaire microbiologie.
Afstudeerrichting Medische Biotechnologie
De afgestudeerde masterstudenten in de afstudeerrichting Medische Biotechnologie:
1. hebben gevorderde kennis van en inzicht in de immunologie, de parasitologie, moleculaire farmacologie en de medische microbiologie.
2. kennen de grondslagen van biomedische ingenieurstechniek
3. beschikken over vaardigheden op een gevorderd niveau in de immunologie.
Afstudeerrichting Agrobiotechnologie
De afgestudeerde masterstudenten in de afstudeerrichting Agrobiotechnologie:
1. hebben gevorderde kennis van en inzicht in de moleculaire fytopathologie, plantenbiotechnologie en moleculaire microbiologie.
2. hebben gevorderde kennis van en inzicht in plantaardige productiesystemen en plantenveredeling.
3. beschikken over vaardigheden op een gevorderd niveau in de moleculaire fytopathologie en plantenbiotechnologie.
Afstudeerrichting Synthetische Biotechnologie
De afgestudeerde masterstudenten in de afstudeerrichting Synthetische Biotechnologie:
1. hebben een gevorderde kennis en moleculair inzicht in de regulatorische processen en componenten in biologische systemen en pathways.
2. beschikken over de vaardigheden om bestaande en synthetische biologische systemen, biochemische pathways, of bio-gebaseerde materialen te ontwerpen en optimaliseren.
3. bezitten de nodige kennis en praktische vaardigheden voor de productie, manipulatie en moleculaire studie van biomacromoleculen.
In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:
agrobiotechnologie |
medische biotechnologie |
synthetische biotechnologie |