Doelstellingen
zie leerresultaten
Terug naar boven
Leerresultaten
De master-na-masteropleiding beoogt de vorming van de artsspecialist die over de adequate kennis en vaardigheid beschikt om hoogwaardige patiëntenzorg te verlenen in zijn specifieke vakgebied.
De master-na-masteropleiding betracht eveneens een klinisch competente medische specialist af te leveren die zich door een houding van wetenschappelijke nieuwsgierigheid en leergierigheid levenslang spontaan en zelfstandig kan blijven informeren in een vakgebied dat zowel wetenschappelijk als technologisch snel uitbreidt.
De algemene competenties hebben betrekking op het maatschappelijke handelen als artsspecialist, binnen een economisch verantwoord kader en rekening houdend met sociale en ethische aspecten van de medische specialistische praktijk. Deze behoeften werden reeds vertaald in de eindtermen tot basisarts, maar zijn ook van toepassing in de vervolgopleiding (opleidingscontinuüm). De algemene competenties kennis en wetenschap, zullen zoals in het medisch handelen specifiek voor het vakdomein, betrekking hebben op het kunnen stellen van de juiste vragen, het doelmatig zoeken naar, en het beoordelen van de kwaliteit van de onderbouwing in de literatuur en het op de hoogte blijven van de onderbouwde zorgnormen.
Tijdens de master-na-master verwerft de artsspecialist in opleiding (ASO) de noodzakelijke wetenschappelijke kennis, vaardigheden en attitudes, voor zijn toekomstige beroepsleven. Deze zijn niet weg te denken van de beroepsvorming, zoals wettelijk bepaald door de Erkenningcommissies.
1.Continuering van het verwerven van medische kennis (en kennis van inbreng van basale wetenschappen in de klinische praktijk) en inzicht.
2.Diepgaande kennis verwerven in het specialisme.
3.Vaardigheden verwerven, eigen aan het specialisme.
4.Probleemoplossend vermogen ontwikkelen en toepassen in de praktijk.
5.Correct en op een humane-empathische wijze communiceren met patiënt en zijn of haar omgeving.
6.Doeltreffend communiceren met en rapporteren aan andere specialisten en niet medische gezondheidsmedewerkers.
7.Op adequate wijze feedback kunnen geven en kunnen omgaan met het krijgen van feedback.
8.Kunnen participeren in klinisch wetenschappelijk onderzoek.
9.De aangeboden wetenschappelijke kennis interpreteren, analyseren en rapporteren (kritische beoordeling literatuur: Evidence Based Medicine, klinische epidemiologie).
10.Een wetenschappelijke houding bestendigen.
11.Participeren in de organisatie van de gezondheidszorg en in het beleid van een dienst van het specialisme.
De competenties per specialisme (30 specialismen) zijn opgesteld door de subcommissies specialismen (per groep 1 vertegenwoordiger uit het specialisme per faculteit) o.l.v. de VLIR en zijn uitgedrukt in termen van academische en beroepscompetenties nodig voor het uitoefenen van het specialisme. Per specialisme zijn algemene competenties, domeinspecifieke competenties en leerresultaten per niveau gedefinieerd (zie ook III punt 1, 1.1 en 1.2). De kennis, vaardigheden en attitudes zijn benaderd vanuit het principe van de learning outcomes, met name "wat behoort de ASO aan minimale competenties te beheersen op het einde van zijn/haar opleiding?".
Terug naar boven
Studieplannen
In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:
Terug naar boven