Doelstellingen
Terug naar boven
Leerresultaten
De opleiding Master in de Industriële wetenschappen: elektronica-ICT vormt Industriële Ingenieurs die wetenschappelijke en technologische kennis gebruiken om praktische problemen in de elektronica, informatica en telecommunicatie op te lossen. De opleiding sluit aan op de Bachelor in de Industriële wetenschappen en heeft tot doel doorgedreven academische competenties te ontwikkelen in de specialisatiedomeinen ‘ingebedde systemen’ en ‘netwerken’.
Beide specialisaties hebben een gemeenschappelijk deel waarin een aantal gevorderde concepten worden behandeld zoals digitale signaalverwerking, automatisering en simulatie, computerarchitectuur, transmissietechnieken en mobiele netwerken en multimedia. Daarmee beschikt de pas afgestudeerde over volgende elektronica-ICT gerelateerde competenties:
- Gevorderde toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden in de automatisering met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek.
- Kent de courante Industriële Bussystemen, de Industriële sensoren en actuatoren en kan hun toepassingsdomein inschatten voor een gegeven probleemstelling.
- Programmeert en test genetwerkte automatisatiecomponenten.
- Gevorderde toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden in digitale signaalverwerking met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek.
- Kent de courante ontwerptechnieken en implementatietechnieken van FIR filters en IIR Filters; en kan deze toepassen om dergelijke filters te ontwerpen, te berekenen en te dimensioneren.
- Kan digitale filters ontwerpen en toepassen voor audio en multimedia toepassingen.
- Gevorderde toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden in transmissietechnieken en mobiele netwerken met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek en hun toepassing.
- Kent de eigenschappen van de fysische laag voor draadloze communicatie en past deze toe.
- Kent de verschillende multiplexeringssytemen en hun toepassingen in de hedendaagse draadloze en bedrade telecommunicatienetwerken.
- Kent de verschillende coderingssystemen en hun toepassingen.
- Kent de organisatorische structuur van draadloze telefonie/multimedianetwerken.
Daarnaast krijg je een reeks diepgaandere opleidingsonderdelen binnen de gekozen specialisatie.
De specialisatie ingebedde systemen omvat onder meer opleidingsonderdelen die je leren hoe je de hardware ontwerpt van een ingebed DSP systeem, hoe je efficiënte software ontwikkelt voor ingebedde systemen, wat de rol is van multi-processoren en herconfigureerbare systemen in de ingebedde wereld en hoe je de implementatie van een complex ingebed systeem in groepsverband beheert. Daarmee beschikt de pas afgestudeerde binnen deze specialisatie over de volgende specifieke competenties:
- Beschikt over een praktisch inzicht in de tools en methodes voor multi-core FPGA en microcontroller gebaseerde ingebedde systemen.
- Kent de interfacing technieken voor gemengd analoog-digitale systemen en kan deze toepassen.
- Kent de software- en hardware-technieken voor laagvermogen ontwerp en kan deze toepassen.
- Beschikt over een praktisch inzicht van gevorderde computerarchitecturen met inbegrip van reconfigurable en multicore architecturen.
- Kent de ontwerp en programmatietechnieken voor multicore systemen en kan deze toepassen.
- Kent VHDL en een systeem-taal voor hardware ontwerp en kan deze toepassen.
De specialisatie netwerken omvat opleidingsonderdelen die je vertrouwd maken met de snel evoluerende wereld van mobiele communicatie, webtechnologie, het “Internet of Things”, sensornetwerken en optische communicatietechnieken. Via projectwerk en uitgebreide labo-sessies krijg je de kans om de opgebouwde kennis effectief toe te passen en te exploreren. Daarmee beschikt de pas afgestudeerde binnen deze specialisatie over de volgende specifieke competenties:
- Kan de prestatie van (nieuwe) protocollen analyseren, uitvoeren en interpreteren aan de hand van netwerksimulatiepakketten.
- Kan (nieuwe) protocollen modelleren en interpreteren aan de hand van netwerksimulatiepakketten.
- Kan een gevorderde webapplicatie opzetten als element in een communicatiesysteem.
- Kan verschillende multimediale netwerken (mobiele en vast) laten samenwerken en beheerst de werking van de verschillende protocollen, ook deze op de sessielaag.
- Kan complexe IP gebaseerde netwerktechnieken verstaan en toepassen en ook ingebedde netwerkcomponenten zoals sensorknopen succesvol integreren in “The web of things”.
Als sluitstuk worden jouw ontwikkel- en onderzoekvaardigheden aangescherpt in een masterproef die je in een bedrijf of onderzoeksinstelling uitvoert. Je zult op een creatieve, wetenschappelijk onderbouwde manier een technologisch of wetenschappelijk vraagstuk oplossen, rekening houdend met o.m. economische en bedrijfskundige aspecten.
Als academisch hoger opgeleide beschikt de master industriële wetenschappen elektronica naast de vakspecifieke competenties over de volgende algemene competenties:
1. Gevorderde toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben in het specialisme met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek (zie voor de concrete invulling de aanvullende leerresultaten per specialisme).
2. Gevorderd, toepassingsgericht inzicht hebben in geavanceerde theorieën en -methodes voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen en aanwending ervan bij het oplossen van problemen binnen het specialisme.
3. Zelfstandig integreren en uitdiepen van eerder verworven kennis met het oog op innovatie van praktische implementatiemogelijkheden en hierbij de grenzen van de eigen competenties kennen.
4. Oplossingsgericht formuleren en analyseren van complexe problemen binnen het specialisme, deze desgevallend herleiden tot beheersbare deelproblemen, en hiervoor implementatiegericht oplossingen ontwerpen met aandacht voor de concrete context.
5. Zelfstandig een ingenieursproject concipiëren, plannen en uitvoeren op het niveau van een beginnende onderzoekende professional. Een literatuuronderzoek uitvoeren en kritisch interpreteren volgens wetenschappelijke standaarden en vanuit het perspectief van de toepassingsmogelijkheden.
6. Uitgaande van het verworven disciplinespecifiek en vakoverschrijdend inzicht, geavanceerde onderzoeks-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, aanpassen of desgevallend ontwikkelen, adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk verwerken, de gemaakte keuzes argumenteren op grond van toepassingsgericht inzicht en de eisen van de bedrijfscontext.
7. Handelen vanuit een onderzoeksattitude: creativiteit, nauwkeurigheid, kritische reflectie, nieuwsgierigheid, gemaakte keuzes verantwoorden op grond van oplossingsgerichte argumenten.
8. Innovatie- en operationeel gericht ontwerpen van systemen, producten, diensten en processen, interpoleren en experimenteren in de bedrijfscontext.
9. Beheersen van systeemcomplexiteit met behulp van kwantitatieve methoden. Voldoende parate kennis, inzicht en ervaring met de praktijkomgeving bezitten om resultaten kritisch te toetsen.
10. Binnen een hoofdzakelijk vakspecifieke context handelen vanuit een ingenieursattitude: resultaatgerichtheid, aandacht voor planning en technische, economische en maatschappelijke randvoorwaarden zoals duurzaamheid, inschatting van risico’s en haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, gerichtheid op resultaat en het bereiken van effectieve oplossingen, innovatief denken.
11. Projectmatig werken vanuit een hoofdzakelijk vakspecifieke context: doelstellingen formuleren, einddoelen en ontwikkeltraject in het oog houden, functioneren als lid van een (inter- en multidisciplinair) team, beginnend leiding geven, een brugfunctie vervullen naar de werkvloer, opereren in een internationale of interculturele omgeving, gericht rapporteren.
12. Bedrijfskundig en economisch inzicht hebben om de bijdrage aan een proces of aan de oplossing van een probleem te situeren in de ruimere context.
13. Specificaties en randvoorwaarden afwegen en omzetten in een kwaliteitsvol systeem, product, dienst of proces. Extraheren van bruikbare informatie uit onvolledige, tegenstrijdige of redundante gegevens.
14. Schriftelijk en mondeling communiceren over het eigen vakgebied in de opleidingstaal en de voor het specialisme relevante taal of talen.
15. Over het vakgebied talig en grafisch communiceren en presenteren aan vakgenoten en aan leken.
16. Ethisch, professioneel en maatschappelijk verantwoord handelen met aandacht voor technische, economische, humane en duurzaamheidsaspecten.
Terug naar boven
Studieplannen
In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:
Terug naar boven