6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023236ANW voor werkstudenten in het 1e en 2e semester van een even academiejaar (bvb. 2012-2013) met een inleidend bachelor niveau.
Het college bestaat uit twee delen:
* Onderdeel referentiewerken: presentatie van de belangrijkste referentiewerken en de voornaamste bronnentypes voor de studie van de middeleeuwse geschiedenis.
* Onderdeel werkcollege: praktische toepassing van het voorgaande door middel van opgegeven taak. Thema: 'de vroegste vermelding(en) van een dorp of gemeente in België'. Van de studenten wordt verwacht dat ze naast literatuur en (bronnen)repertoria ook gebruik maken van de bronnen zelf (deze bronnen zijn vaak in het Latijn). Eind december moeten alle studenten een tussentijdse rapportering indienen, die bestaat uit een bibliografie m.b.t. het thema van de taak. De (dag)studenten moeten in het voorjaar (maart) ook een mondelinge presentatie geven van hun taak. Een gedetailleerde toelichting bij de taakopgave zal beschikbaar zijn via Canvas.
Een minimale kennis van Latijn strekt tot aanbeveling, maar is niet noodzakelijk.
Aanwezigheid tijdens de lessen is verplicht en speelt een rol bij de beoordeling.
Een cursus referentiewerken en bronnen voor de studie van de middeleeuwse geschiedenis
Aanvullend studiemateriaal:
Onderdeel referentiewerken: fotokopies met voorbeelden van een 30-tal bronnentypes uitgedeeld tijdens lessen.
Onderdeel werkcollege: fotokopies naar gelang van het onderwerp
Studenten kunnen zelfstandig werken met bronnen en referentiewerken voor de studie van de middeleeuwse geschiedenis
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 45% van het eindcijfer
WPO Praktijkopdracht bepaalt 11% van het eindcijfer
WPO Paper bepaalt 44% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie WPO Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
1. Taak (voor onderdeel werkcollege). De precieze indiendatum (meestal in de tweede helft van april) wordt via het leerplatform Canvas meegedeeld bij de opgave van de taak. Wie een onvoldoende haalt op de taak, kan niet slagen voor het werkcollege en dient de taak te herwerken tegen de volgende zittijd. Een taak die te laat wordt ingediend, wordt niet in aanmerking genomen (en dus automatisch doorgeschoven naar de volgende zittijd).
2. Mondeling examen (voor onderdeel bronnen en referentiewerken) Het examengedeelte bronnen en referentiewerken bestaat voornamelijk uit de bespreking van twee bronnentypes (via blinde keuze uit de fotokopies besproken tijdens de lessen). Daarna wordt nog een aanvullende vraag gesteld (uit de cursus).
In het eindcijfer worden ook de punten voor de tussentijdse rapportering, die betrekking heeft op het opstellen van een bibliografie (cf. hierboven onder 'inhoud'), verrekend.
Puntenverdeling taak/examen (mits een voldoende op de taak): in principe 50/50, maar voor de dagstudenten wordt bij het bepalen van het eindcijfer ook rekening gehouden met aanwezigheid tijdens de lessen (op basis van de getekende aanwezigheidslijsten) en het geven van een mondelinge presentatie.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geschiedenis: Standaard traject
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)
Schakelprogramma Educatieve Master of Science in de cultuurwetenschappen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)